- Henricus (Hendrik) Wilhelmus Roes was een zoon van de Winssense notaris Bernardus Antonius Roes (1822-1904) en Johanna Maria van Koolwijk (1827-1876).
Zijn eerste onderricht ontving hij op de lagere school te Winssen. In 1876 vertrok hij naar Bolduc. In deze periode heeft hij vele van zijn latere medewerkers en vrienden leren kennen. Zijn besluit om priester te worden werd ook in deze periode geboren. Daarom vertrok hij naar Sint-Michielsgestel om het jaar daarop in 1883 naar het groot seminarie in Haaren te gaan. Op 15 juni 1889 werd hij door mgr. Godschalk in de St. Jan van Den Bosch tot priester gewijd.
Kapelaan en pastoor
Hij begon zijn geestelijke carrière als kapelaan in januari 1891 in Alphen aan de Maas. In die periode valt zijn pionierswerk voor het geestelijk lied in Nederland. Kapelaan Roes werkte hier bijna 10 jaar lang. Na een korte tijd in Sint-Michielsgestel werd hij per 23 mei 1902 als kapelaan benoemd te Deurne waar hij werkte in het pastorale team van pastoor Godefridus Albertus Arnoldus Bots (1855 -1918) en onder andere (geestelijk) adviseur van de Boerenbond Deurne werd.
Roes was tussen 1909 en 1919 pastoor in het Brabantse Kessel. In die periode ontstond de grote landelijke activiteit en initieerde hij het Landbouwblad Rust Roest dat landelijk uitgegeven werd.
Na 10 jaar Kessel werd hij benoemd tot pastoor van de Sint-Willibrordusparochie te Deurne, de parochie waar hij voordien als kapelaan werkte. Hij richtte er de huishoudschool Sancta Maria op en ging door met zijn activiteiten ter emancipatie van de boerenstand.
Voor zijn parochianen was hij conservatief, hield niet van veranderingen. Zo vond hij het bijvoorbeeld een verwarring der seksen als vrouwen broeken droegen, stond hij er op dat mannen en vrouwen gescheiden zaten in de kerk: de vrouwen links (Links bevond zich het beeld van de H. Maagd, de patroonheilige van vrouwen) en de mannen rechts. Hij stond ook niet toe dat mannen en vrouwen gezamenlijk een muziek- of toneeluitvoering bezochten
Hij stond op gespannen voet met dokter Hendrik Wiegersma.
Roes schreef diverse boeken over landbouwkundige zaken:
Landbouwboek, derde deel (1914)
Bemesting, veldvruchten-, groente- en ooftteelt (1922)
Bemesting op zandgrond
Hij was ook de grondlegger van het Deurnese Boerenbondsblaadje wat later uitgroeide tot Weekblad voor Deurne.
Gedicht
Voor trouwlustige meisjes is een gedicht dat pastoor Roes publiceerde in zijn lijfblad Rust Roest.
50-jarig priesterfeest
Ter gelegenheid van zijn 50-jarig priesterfeest op 15 juni 1939 mocht pastoor Roes uit handen van mr. dr. L.N. Dekkers, in die tijd minister van Landbouw en voorzitter van het huldigingscommité, een herinneringsboek Rust Roest in ontvangst nemen. Uit diens handen mocht pastoor Roes tevens de onderscheiding van Ridder in de Orde van Oranje-Nassau ontvangen.
Nevenfunctie
Medeoprichter van het Wit-Gele Kruis Deurne en van 25 april 1928 tot 27 oktober 1941 geestelijk adviseur in het oprichtingsbestuur.
Oktober 1931: directeur-voorzitter van de r.-k. vereniging KJV
Oprichter van de Deurnese afdeling van de godsdienstige vereniging Derde Orde.
1939 directeur-voorzitter Congregatie van O.L. Vrouw
|